Een vraaggesprek over de maatschappelijke kracht van strategische ontwerpinterventies in leegstand. Arna Mackic is architect en onderdeel van het kernteam van RAAAF. Tijdens de Week van het Lege Gebouw (op zaterdagavond 6 juni, 20:00) komt ze vertellen over kijk van RAAAF op leegstand en hergebruik.

RAAAF heeft onderzoek gedaan naar leegstand (o.a. voor de Architectuurbiënnale Venetië 2010), les gegeven over leegstand (o.a. in de door jullie opgezette Master Vacant NL aan het Sandberg Instituut), geschreven over leegstand (in het boek Vacancy Studies) en met ontwerp geïntervenieerd in leegstaande objecten (o.a. Bunker 599). Een vaak terugkerende beschrijving van jullie werk is dat het gewenste ontwikkelingen in gang zet door middel van strategische interventies. Kun je uitleggen wat daarmee wordt bedoeld en wat jullie uitgangspunt is bij het ontwikkelen van ideeën voor leegstand?

Arna Mackic: Strategische interventies vragen om een nieuwe, locatie- en context-specifieke manier van denken en kijken. Het zijn precies gekozen en zorgvuldig ontworpen ingrepen in stad of land die een gewenste ontwikkeling in gang zetten. Bij het bepalen welke ontwikkeling je precies in gang wil zetten, is het belangrijk om eerst te onderzoeken wat de grotere betekenis van de leegstaande objecten voor onze samenleving kan zijn, uitgaande van de unieke kwaliteiten en ruimtelijke condities van het leegstaande object. De kunst is om kansen op regionaal en nationaal schaalniveau te verbinden met de lokale kwaliteiten. Door een beeld te schetsen van wat de betekenis van een plek idealiter op lange termijn kan zijn, wordt het duidelijk wat nú gedaan moet worden om richting de toekomstvisie te bewegen. Daarnaast is het van belang te bedenken wie de potentiële gebruikers en trekkers van activiteiten zouden kunnen zijn. Welke bedrijven en instituten zijn er lokaal aanwezig? Is er een nationale organisatie die zich met de lokaal aanwezige mensen en kwaliteiten kan verbinden? Is er programma dat heel goed zou passen bij de plek?

Belangrijk is dat de realisatie van een ontwerp niet het eindpunt maar het beginpunt is van een nieuwe situatie of ontwikkeling. Dit principe is bijvoorbeeld gehanteerd bij onze installatie Firemen Walk with Us in het Eiffelgebouw in Maastricht [zie openingsbeeld van dit artikel]. Dit werk is op uitnodiging van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gemaakt voor de Biënnale Leegstand en Herbestemming in 2011. Naast het realiseren van een totaalervaring, probeerden we met deze installatie de discussie over brandveiligheid in leegstaande gebouwen open te breken. Door het maken van een landschap van vuur in een architectonisch icoon dat normaal juist veiligheidshalve op slot zit, wordt aangetoond dat er in de vele duizenden leegstaande gebouwen veel meer mogelijk is dan men zou verwachten. De gewenste ontwikkeling is duidelijk maken dat tijdelijk hergebruik van leegstand gebaat is bij een proactieve samenwerking met specialisten, zoals in dit geval met de brandweer.

RAAAF is volgens de eigen omschrijving een driepoot, van architectuur, kunst en filosofie. In het werk proberen jullie onderzoekend, agenderend en confronterend te zijn, maar er komt natuurlijk ook een veel ontwerp bij kijken. Wat is jouw favoriete onderdeel of aspect in het werk van RAAAF?

Mijn favoriete onderdeel in het ontwerp is het moment wanneer we het onderzoek en datgene wat we willen agenderen om kunnen zetten naar een beeldende ervaring. Vaak zegt één beeld meer dan duizend woorden. Het concept en denkbeeld van een strategische interventie moeten staan als een huis. En het streven is altijd een beeld met evocatieve kracht dat de essentie van de ingreep toont en tegelijkertijd als esthetisch beeld op zichzelf staat. Dit is altijd, bij elk project, een uitdaging om voor elkaar te krijgen. Maar dit is wel een onderdeel waar we als studio het meeste waarde aan hechten omdat we ruimtelijke denkmodellen proberen te maken die nieuwe perspectieven en vergezichten openen.

Detail van het werk Grindbakken van Rotor. Foto: Johnny Umans

Welk project dat te maken heeft met leegstand en/of hergebruik vind je inspirerend?

Het eerste waar ik aan moet denken zijn kunstenaars en architecten die door middel van interventies in leegstaande gebouwen je anders laten kijken naar het gebouw en zijn omgeving. Een goed voorbeeld is Gordon Matta-Clark die als een beeldhouwer te werk ging door gebouwen op een hele precieze manier te deconstrueren om het op een nieuwe manier leesbaar te maken. Een ander mooi voorbeeld is ‘Verwoest Huis op Noord’ van Marjan Teeuwen die in 16 appartementen in Amsterdam Noord (die onderdeel uit maken van 200 portiekwoningen die gesloopt zouden worden) een ontwrichtende ervaring heeft weten neer te zetten. Ze heeft bestaande materialen opnieuw geordend waardoor een nieuw beeld ontstaat en tegelijkertijd een nieuw perspectief op de bestaande architectuur. Ook het project ‘Grindbakken‘ van Rotor is inspirerend, waarbij de 160 meter lange grindbakken wit zijn geverfd en precies gekozen delen zijn gekaderd door ze juist niet te verven om zo de aandacht te leggen op de eerder niet zichtbare schoonheid van de grindbakken.


Deel deze pagina Deel op Facebook Deel op Twitter