De Week van het Lege Gebouw sluit per definitie aan op de maatschappelijke problematiek van leegstand. Dit jaar kwam daar nog een grote uitdaging bij: de energietransitie. Wat is er mooier dan die twee uitdagingen aan te gaan in een leegstaande elektriciteitscentrale? Met de hulp van eigenaar Liander werd de wens werkelijkheid. Van 19 t/m 23 mei streken 45 studenten en ruim 20 docenten neer in de voormalige, rijksmonumentale energiecentrale van het Gemeentelijk Energiebedrijf aan de Hoogte Kadijk 400 te Amsterdam.

Studenten aan het werk tijdens editie 2016

Maatschappelijk debat

De Week van het Lege Gebouw (WvhLG), begonnen in 2013, komt voort uit de behoefte van het Atelier Rijksbouwmeester, het Rijksvastgoedbedrijf en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed om de leegstandsproblematiek onder de aandacht te brengen. De vorige editie vond plaats in La Cascade, een verlaten kantoor in Sloterdijk, een van de brandhaarden van leegstand. Dit jaar neemt de WvhLG met de voormalige energiecentrale als casus, een hele andere positie in het maatschappelijk debat in.

Met het thema Energie als driver of change sluit de WvhLG aan op vraag hoe we als samenleving in de toekomst energie willen produceren, opslaan, distribueren en gebruiken. Daarnaast werd aansluiting gezocht met de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) die dit jaar inzet op The Next Economy en de rol van ruimtelijk ontwerp voor de stad van morgen verkent.

Leegstand

Begin jaren negentig deed een groep onderzoekers vanuit de TU Delft onderzoek naar de toekomst van de kantorenmarkt. Conclusies van het toenmalige onderzoek: 1) er is genoeg kantoorruimte voor de toekomstige vraag, maar hij is niet van de goede kwaliteit; 2) als er wat bij komt, moet er aan de onderkant van de voorraad wat af. Opmerkelijk. Tijdens de economische hoogtijdagen eind vorige eeuw zijn immers miljoenen vierkante meters kantoorruimte toegevoegd. Die enorme massa vormt nu een groot ruimtelijk en maatschappelijk probleem.

In Nederland staat momenteel ongeveer 15% van het kantoorvloeroppervlakte en 14% van het maatschappelijke vastgoed leeg. Op sommige plekken is dat zelfs 25%. Waarschijnlijk neemt deze leegstand de komende jaren toe. Maatschappelijke transities zoals de doorzettende ontkerkelijking, schaalvergroting in de landbouw en de vergrijzing hebben onder andere tot gevolg dat er iedere dag 3 boerderijen en 1 kerk leeg komen te staan. Sinds 2000 is het aantal land- en tuinbouwbedrijven met 31% afgenomen. In 2030 zou de leegstand op kunnen lopen tot 32 miljoen vierkante meter.

Deze cijfers maken duidelijk dat de maatschappelijke transities hun sporen nalaten in de gebouwde omgeving. Er is een enorme herbestemmingsopgave voor eigenaren, overheden en de samenleving als geheel. Omdat leegstandsproblematiek in de praktijk nieuwe denk- en samenwerkingsvormen vereist, worden tijdens de WvhLG verschillende opleidingen samengebracht om beleidsmakers en ontwerpers van morgen klaar te stomen om op interdisciplinaire wijze innovatieve ideeën voor duurzame herbestemming te ontwikkelen. ‘We moeten niet te lang dromen, maar vooral aan de slag’, aldus een van de studenten. Aan de motivatie lijkt het in ieder geval niet te liggen.

Energietransitie

Maar daarmee zijn we er nog niet. Een nog grotere uitdaging voor de komende decennia is de grootschalige energietransitie van fossiele brandstoffen naar duurzame en hernieuwbare energiebronnen. De transitie naar nieuwe vormen van energie zal, mede door de financiële omvang ervan, een enorme impact hebben op het gebruik en inrichting van ons landschap, zowel binnen als buiten de stad. Voor de transitie naar 100 % duurzame energie zal er nog volop geïnnoveerd en geïnvesteerd moeten worden.

Oud-directeur van Liander Gerard OudHaarlem nam de deelnemers in zijn presentatie terug naar de vorige energietranstie, waarin van kolen en stoom werd overgeschakeld naar electriciteit. De huidige generatie staat voor de niet geringe uitdaging om de huidige energietransitie, die in Nederland nog maar mondjesmaat van de grond komt, vorm te geven en te organiseren.

Denkrichtingen

Er bestaan verschillende ideeën over de energietransitie. Enerzijds pleiten mensen voor kleinschalige energieproductie op grote schaal, anderzijds bestaan er plannen voor het verder opschalen van de energieproductie met enorme zonnevelden in de Sahara en valmeren in heuvelachtige gebieden. De deelnemers aan de WvhLG zochten de oplossing vooral in buurt.

Paul Morel, projectleider bij Stadsherstel Amsterdam, adviseerde de studenten goed na te denken over het schaalniveau waartoe ze zich wilden verhouden. De studenten hadden het dan niet altijd makkelijk mee. ‘De buurt kent het gebouw opvallend slecht en de meningen die er zijn, zijn enorm verdeeld. Ook lastig is dat we elkaars taal niet altijd spreken’, aldus een student. Het illustreert het interdisciplinair proces waarin de studenten beide vraagstukken trachten om te vormen tot integrale oplossingen. Het komt er in zo’n week op aan om elkaars denkrichtingen te benutten en bijeen te brengen.

Voedsel

Tijdens de Eerste Wereldoorlog deed de energiecentrale ook dienst als gaarkeuken. In aangebouwde barakken kookte men met het warme water dat in de electriciteitscentrale gebruikt werd. Voedsel blijkt ook tijdens de WvhLG een bron van inspiratie. Deelnemers ontdekten tijdens een rondwandeling de vele duurzame culinaire initiatieven in Amsterdam Oost. Twee dagen verzorgde buurtrestaurant Mi Sabor heerlijke warme maaltijden voor de studenten, de andere dagen kookteTaste before you waste met voedseloverschotten.

De sociale kracht van voedsel (het samenbrengen van mensen) wordt door een team gebruikt als inspiratie voor het plan ‘STROOM’ waarin de energiecentrale een tentoonstellingshal voor voedselinnovatie wordt. Wetenschap, voedsel en innovatie onder één dak.

Rijksbouwmeester Floris Alkemade riep de studenten op de eerste dag al op om innovatief ontwerpend tot oplossingen te komen. ‘We moeten niet gaan normaliseren. Denk buiten de bekende kaders en probeer te anticiperen op de vraagontwikkeling. Wat is de vraag en welke vragen zitten achter die vraag? Vluchtelingen en afstudeerders zijn ook start-ups, ook zij zoeken naar groeimogelijkheden en kansen voor ontwikkeling’, aldus Alkemade.

Innovatiepaleis

Het interdisciplinaire karakter van de WvhLG is zichtbaar in de voorstellen die de zeven teams presenteren. Eén team zoekt nadrukkelijk de aansluiting met het ondernemerschap van de Kadijken. ‘Amsterdam barst van de energie, die moet je benutten’. Het vertaalt zich in een plan voor een tentoonstellingshal in de voormalige elektriciteitscentrale.

Het plan voor een 21e eeuws paleis voor innovatie sluimerde ook door in de ideeën van de andere groepen, die plannen presenteren om de energiecentrale te herbestemmen tot ‘centrum van innovatie voor energietransities’ of tot een hub met meerdere ‘living labs met micro –climate’. Daar kunnen maatschappelijke veranderingen ontkiemen en circulaire processen, die losstaan van economisch winstbejag, worden getest. Team 3 komt met het idee om een containerdorp met ruimte voor lokale ondernemers en initiatieven te creëeren. De nog aanwezige kraanconstructies kunnen gebruikt worden om de containers als ‘tetris-blokjes’ te draaien en te plaatsen. De buurt kan hierdoor zijn intrek nemen in de energiecentrale en ‘the Next Step’ naar de toekomstige stad zetten.

Eén ding is in deze vijf dagen duidelijk geworden: de aankomende generatie zal de transitie naar een sociaal-inclusieve en duurzaam ondernemende stad verder vormgeven.

VOER-redacteur Maurits van Putten bezocht vijf dagen lang de WvhLG en sprak voor dit artikel diverse studenten, docenten, experts en bezoekers over ideeën, dromen, praktijken en strategieën voor de omgang met leegstand in de stad. Het artikel is deel 2 van een tweeluik.


Deel deze pagina Deel op Facebook Deel op Twitter