Lector Bouwtransformatie Frank Suurenbroek (Hogeschool van Amsterdam) over het thema van de Week van het Lege Gebouw editie 2016.
Zoals bij iedere editie van de Week van het Lege Gebouw stellen we ons de vraag welke arrangementen en interventies het lege gebouw opnieuw toekomstbestendig maken.
De “bouwstenen” voor herontwikkeling liggen in een combinatie van de context van het gebouw, haar ontwikkelingsgeschiedenis en in de architectuur en het DNA van het gebouw. In de WvhLG 2016 zoeken we daarnaast nadrukkelijk ook de vraag op welke innovatieve “bouwstenen” de hedendaagse technologische ontwikkelingen en klimatologische uitdagingen bieden bij de herontwikkeling van het lege gebouw. In aansluiting op IABR duiden we deze ontwikkeling samen aan als de NEXT Economy.
Achtergrond
De ontwikkelingen komen voor een groot deel voort uit de transities die zich in onze mondiale context voltrekken. De mondiale bevolkingsgroei, verstedelijking en schuivende geopolitieke verhoudingen leiden tot nieuwe uitdagingen voor de West-Europese stad, niet in het minst op economisch-klimatologisch vlak. De bevolkingsgroei zet de continuïteit en beschikbaarheid van onder andere land, energie, grondstoffen en voedsel onder druk. Geopolitieke transities noodzaken om haar competiviteit te versterken. De basisstructuur van de stad moet een omslag maken van een industriële lineaire wijze van produceren en consumeren, naar een duurzamere praktijk waarin circulariteit centraal staat en hernieuwbare bronnen de norm zijn. De stad moet ook de relatie hernemen met het ommeland om te voorzien in (een deel van) de basisbehoeften van energie en voedsel. En de stad moet werken aan de versterking van de veerkracht van de sociale en economische basis.
Bouwstenen voor herontwikkeling
We staan nog maar aan het begin om te leren ontdekken welke “bouwstenen” deze ontwikkelingen concreet bieden voor de aanpak, het herontwerp en de ontwikkelstrategie van het lege gebouw. Graag doen we vast een eerste voorzet:
- Er is brede politieke en maatschappelijke aandacht voor de verduurzaming van bestaand vastgoed. Hierdoor ontstaan nieuwe (her)ontwerptechnieken, materiaaltoepassingen en financiële arrangementen. Zijn deze als aanjager inzetbaar bij de herontwikkeling van bestaand cultuurhistorisch waardevol erfgoed?
- De competiviteit van een stad in een geglobaliseerde wereld hangt straks mogelijk samen met de mate waarin de stad in staat is om (ten dele) autonoom te functioneren. “Van onderop” ontstaan al nieuwe regionale netwerken, rondom bijvoorbeeld voedsel en energie. Hoe kan hiervan gebruik worden gemaakt bij de herontwikkeling? Kan de herontwikkeling van het gebouw aantakken op deze nieuwe netwerken, of als vliegwiel hiervoor functioneren?
- Het zogenaamde circulaire denken is sterk in opkomst. Wat biedt deze invalshoek voor meerwaarde in de herontwikkeling? Stel dat we het gebouw als lokale grondstoffenbank beschouwen, welke ontwikkelmogelijkheden komen dan in beeld?
- Er ontstaan nieuwe functies die mogelijk tot nieuwe perspectieven en strategieën op de herprogrammering leiden. Voorbeelden van nieuwe functies zijn makerspaces, 3D printshops, gestapelde stadslandbouw, solarfarms et cetera.
Duurzaamheid wordt een driver of change in onze stadsontwikkeling. Hierdoor ontstaan voor de herontwikkeling van een gebouw – en zijn omgeving – additionele manieren van financieren, conceptualiseren, programmeren en aanvullende handvatten voor herontwerp. Deze komen niet in de plaats van de bestaande wijze van herontwikkeling, maar zijn een hedendaagse uitbreiding daarop. In de WvhLG 2016 hopen we te ontdekken tot welk nieuw en hopelijk rijker handelingsrepertoire dit kan leiden.
Casus voor de WvhLG 2016 is de in 1903 opgeleverde Energiecentrale Oost, gelegen aan de Hoogte Kadijk 400 te Amsterdam. De ontwikkeling van nieuwe technieken leidde ertoe dat dit gebouw zijn oorspronkelijke functie grotendeels heeft verloren. De vraag waar we nu voor staan is hoe dit gebouw opnieuw energie kan opwekken, en daarmee een vliegwiel kan zijn in de NEXT Economy en daarmee in de ontwikkeling van zijn omgeving.